
SoildiverAgro is ingedeeld in 8 werkpakketten waarin de belangrijkste technische activiteiten zijn omschreven. In 6 geografische gebieden zullen 15 veldproeven worden uitgevoerd om beter te kunnen begrijpen hoe bodemorganismen nuttig kunnen zijn voor de opname van hulpbronnen, de groei van planten en de verbetering van hun gezondheid.
In de veldproeven wordt gewerkt rond 3 verschillende gewassen (aardappelen, tarwe en groenten) in monocultuur of vruchwisseling.
De informatie uit de veldproeven, zal nieuwe kennis opleveren over de gunstige effecten van genetische en functionele bodembiodiversiteit (micro- en macro-organismen) op de productie van gewassen. De informatie zal daarnaast bijdragen tot het formuleren van biodiversiteitsdoelstellingen voor de bodem en het uitwerken van voorstellen om bodembiodiversiteit meer te integreren in landbouwpraktijken.
Lijst van veldproeven
Veldproef 1

Gebruik van bodembiodiversiteit om de incidentie van bodemziekten en -plagen te verminderen en de beschikbaarheid van nutriënten te verhogen bij aardappelen die worden geteeld in meervoudige gewasrotaties.
Zuid-Middellands zeegebied (Spanje)
Veldproef 2

Gebruik van bodembiodiversiteit om de beschikbaarheid van nutriënten en water te verhogen en de incidentie van bodemziekten te verminderen met als doel de tarweopbrengst te verhogen.
Zuid-Middellands zeegebied (Spanje)
Veldproef 3

Gebruik van gewasdiversificatie en vanggewassen in aardappelvelden om het voorkomen van cysteaaltjes te reduceren, het gebruik van nematiciden te verminderen, de gewasopbrengsten te verhogen en de bodembiodiversiteit te vergroten.
Regio Lusitania (Spanje)
Veldproef 4

Gebruik van mycorrhiza in aardappelvelden om de incidentie van schurft te verminderen, het gebruik van fosforhoudende meststoffen te verminderen, de opbrengst van de oogst te verhogen en de biodiversiteit van de bodem te vergroten.
Regio Lusitania (Spanje)
Veldproef 5

Implementatie van beslissingsondersteunende systemen (waarschuwingssysteem voor schadelijke organismen) om het gebruik van fungiciden in aardappel- en tarwegewassen en het effect ervan op de biodiversiteit te verminderen.
Regio Lusitania (Spanje)
Veldproef 6

Contrasterende bodembeheerstrategieën om de bodemkwaliteit te verbeteren en tegelijk de externe input van P in aardappelteelten te minimaliseren.
Centraal Atlantisch gebied (België)
Veldproef 7

Groenbedekkermengsels: een promotor van bodembiodiversiteit in de aardappelteelt?
Centraal Atlantisch gebied (België)
Veldproef 8

Extensivering van gangbare en biologische groenteteelt.
Centraal Atlantisch gebied (België)
Veldproef 9

Testen van verschillende bronnen van organische bemesting voor de productie van tarwe.
Centraal Atlantisch gebied (België)
Veldproef 10a

Biologische bestrijding van bodemgebonden fytopathogene schimmels door fungivore bodemdiergemeenschappen in conventionele tarweteeltsystemen.
Continentaal-gebied (Duitsland)
Veldproef 10b

Biologische bestrijding van bodemgebonden fytopathogene schimmels door fungivore bodemdiergemeenschappen in biologische aardappelteeltsystemen.
Continentaal-gebied (Duitsland)
Veldproef 11

Plantendiversiteit wordt getest om intrinsieke zelfregulerende processen in de bodem te bevorderen en de gemeenschappen van fungivore bodemfauna te versterken in tarwe-teeltsystemen.
Continentaal-gebied (Duitsland)
Veldproef 12

Controle van fytopathogene schimmels via directe identificatie en de invloed van pesticidengebruik op gemeenschappen van bodemfauna in biologische en conventionele aardappelteeltsystemen.
Nemoral (Estland)
Veldproef 13

Verhoging van de biodiversiteit in de bodem door toepassing van organisch materiaal uit bossen in aardappelgewassen.
Boreal (Finland)
Veldproef 14a

Contrast tussen continue gewasbedekking en kerende grondbewerking in tarwevelden.
Boreal (Finland)
Veldproef 14b

Contrast tussen minimale grondbewerking en NKG in tarwevelden.
Boreaal (Finland)
Veldproef 15

Gebruik van een vanggewas in aardappelvelden.
Boreal (Finland)